Over planten

122. Pimpernel: groot en klein, de rode en het blauwtje

Het idee voor een artikel ontstond deze keer bij een zoektocht naar het pimpernelblauwtje in de Moerputten bij Den Bosch. Dit vlindertje was in 1970 uitgestorven in Nederland, maar is in 1990 opnieuw geïntroduceerd in dit gebied waar ze eerder ook leefden. In de buurt van Den Bosch dus, een moerassig gebied met broekbos, een oude spoorlijn met spoorbrug en natte weilanden. En als je pech hebt veel muggen.

122.Grote pimpernel - bloei (188K)
Het trosje bloemen van de grote pimpernel is niet veel groter dan een centimeter, maar wel fraai van dichtbij.

Veeleisend vlindertje
Het uitzetten was destijds goed gegaan, waarschijnlijk ook omdat het gebied al eerder bewezen had geschikt te zijn. Want het luistert allemaal erg nauw bij de pimpernelblauwtjes: Phengaris teleius en Phengaris nausithous en in het Nederlands gewoon en donker pimpernelblauwtje. Op de eerste plaats willen die vlinders hun eitjes alleen leggen op de grote pimpernel. Grote pimpernel (Sanguisorba officinalis) is niet echt zeldzaam in ons land, maar de plant is wel kieskeurig. Die wil vochtige tot natte grond, niet te voedselrijk, graag wat kwelwater en zonnig. In Midden Brabant en Midden Limburg komen die plekken voor en dus groeit daar grote pimpernel.
Maar dan komt het moeilijkste nog. Het pimpernelblauwtje gebruikt dezelfde methode als het gentiaanblauwtje om de larven te laten verzorgen. Dat betekent dat de rupsjes eerst van 'hun' bloem, de grote pimpernel, mogen eten tot ze voldoende gegroeid zijn. Dan laten ze zich vallen en moeten dan gevonden worden door een speciale soort steekmieren in dit geval de moerassteekmier (Myrmica scabrinodis). Die herkent de geur van de rups en denkt dat dit een van hun eigen rupsen is en neemt de rups mee naar het nest! Daar brengt de rups en later de pop de winter door en eet ondertussen de poppen en larven van de steekmier! In het voorjaar komt er een nieuwe vlinder uit de pop en pas dan hebben de mieren door dat ze een indringer in huis hebben gehaald! De nieuwe vlinder moet dus snel naar buiten en dan kunnen wij in juli en augustus de nieuwe pimpernelblauwtjes bewonderen. Ik heb het verhaal al eens eerder vertelt voor het gentiaanblauwtje en er zijn nog meer blauwtjes met dit systeem.
Als men dus het pimpernelblauwtje ergens wil introduceren moet men óók zorgen dat de goede soort mieren aanwezig is. En natuurlijk grote pimpernel, maar waarschijnlijk groeide die er al of nog in 1990. Het meest kwetsbaar is waarschijnlijk de populatie mieren. De 'goede' mieren hebben meestal maar kleine nesten en kunnen dan maar één vlinderlarve per jaar verzorgen en bovendien zijn ze kwetsbaar voor te droog én voor te nat.

In de Moerputten is het zo'n 25 jaar redelijk goed gegaan met jaren met zo'n twee honderd vlinders en waarschijnlijk ook enkele honderden fotografen. Men heeft tenslotte een soort tribune gebouwd voor de fotografen zodat de vlinders en mieren in het veld hun gang konden gaan. Vorig jaar (2018) ben ik er toevallig in het seizoen niet geweest. Dit jaar wel want ik vreesde dat het na twee zeer droge zomers niet goed zou gaan met de vlinders en de mieren. En inderdaad begin augustus niet één vlinder gezien, wel de planten maar die stonden er ook niet echt florissant bij! Waarneming.nl meldt dat ze toch nog 15 meldingen van het pimpernelblauwtje hebben gehad uit Den Bosch! Dus er is nog hoop voor het volgend jaar.

122.Pimpernel blauwtje op pimpernel (182K)
Het pimpernelblauwtje laat zelden de bovenkant van de vleugels zien. Bij het mannetje zijn die blauw.

Nog een pimpernelblauwtje
Een paar jaar geleden heb ik in de Moerputten een pimpernelblauwtje gefotografeerd waarvan een kenner toen zei dat het de donkere variant was. Achteraf weet ik niet of hij echt een variant bedoelde of het donker pimpernelblauwtje, want dat is een andere soort. Ik wist toen ook niet dat ze daar twee soorten hadden uitgezet: de donkere en de gewone. En pas nu bij het zoeken op internet ontdekte ik dat er zich sinds 1970 in Midden-Limburg spontaan een populatie donkere pimpernelblauwtjes (Phengaris nausithous) heeft gevestigd! Voor mij was dit allemaal nieuw, maar het is in ieder geval goed nieuws want in Den Bosch is het donker pimpernelblauwtje al weer een paar jaar verdwenen. We hebben dus misschien toch nog pimpernelblauwtjes als het bij Den Bosch helemaal mis gaat. Waar vandaan het donker pimpernelblauwtje naar Limburg is gekomen, is niet duidelijk. Waarschijnlijk uit Duitsland, maar er is geen voor de hand liggende locatie.

122.Donkere variant pimpernel blauwtje (210K)
De 'donkere variant' van het pimpernelblauwtje. Misschien is dit het donkere pimpernel-blauwtje. De iris kleuren zie je normaal niet.

Grote en kleine pimpernel
Vlinders zijn misschien spannender dan planten, maar de plant pimpernel is ook best bijzonder. Pimpernel hoort bij de rozenfamilie, wat niet direct opvalt. Maar de rozenfamilie is heel groot en er zitten wel meer 'vreemde vogels' in. Het geslacht Sanguisorba is in Europa praktisch beperkt tot de twee genoemde soorten, maar vooral in Azië komen nog enkele tientallen soorten voor. Maar zelfs Wikipedia weet daarover nauwelijks iets te vertellen. Er zitten in ieder geval een paar sierplanten in die met pluimen bloeien.

De grote pimpernel is nergens algemeen in Nederland, op zijn best vrij zeldzaam en dat is in Midden Brabant en Midden Limburg en de kop van Overijssel.
Grote pimpernel is een typische plant van de schrale en natte blauwgraslanden. Het is een forse plant uit de rozenfamilie, maar is zonder bloemen niet echt opvallend. De bloemen zijn klein, maar ze staan dicht bij elkaar in een donkere, bruinrode aar bovenop een lange, kale stengel. Zo vallen ze toch nog op. Als er een paar bloemen open zijn zorgt dat voor een fraaie close-up.
Het tweede deel van de officiële naam betekent dat de plant medisch werd gebruik en in het eerste deel zit het Latijnse woord voor bloed. De kleur van de bloem aar lijkt wel wat op gestold bloed en de plant werd dan ook aanbevolen voor het stoppen van bloedingen.

122.Kleine pimpernel (272K)
Kleine pimpernel in bloei op de Pietersberg: kleine roze sterretjes (vrouwelijk) en stuifmeelkorrels (mannelijk) aan lange stengels

De verspreiding in Nederland van de kleine pimpernel (Sanguisorba minor) is volgens verschillende bronnen niet helemaal duidelijk. Ik weet niet waar het probleem precies zit, maar in ieder geval is in Zuid-Limburg de kleine pimpernel het minst zeldzaam. Maar toch nog 'vrij zeldzaam' zoals dat heet. De plant prefereert kalk en géén nattigheid. Dus in de rest van Nederland is de plant zeldzaam tot zeer zeldzaam is. Rond de Middellandse Zee is kleine pimpernel wel heel gewoon, ook weer niet opvallend behalve als je oog valt op het aartje met open bloemen. De bloemen zij namelijk rozerode sterretjes (de vrouwelijke bloemen), maar in een andere fase van dezelfde plant hangt daar een hele tros gele stuifmeelkorrels uit aan veel te lange stengeltjes. Soms begint een plant met de vrouwelijke bloemen en soms met mannelijke. Dit is natuurlijk duidelijk bedoeld om zelfbestuiving te voorkomen, maar men weet niet hoe het geregeld wordt. Heel apart in elk geval. De kleine pimpernel is populair bij verschillende vlinders, maar niet bij de blauwtjes!

Rode Pimpernel en andere namen
De Rode Pimpernel is de held uit een Engels boek "The Scarlet Pimpernel" van Barones Emmuska Orczy uit 1903. Dit boek beschrijft de avonturen van een Engelse edelman, die aan het begin van de Franse revolutie een hele boel edelen redt van guillotine. Rode Pimpernel is daarbij zijn schuilnaam. Maar in het Engels is Scarlet Pimpernel ook een plant namelijk Anagallis arvensis en die plant noemen wij rood guichelheil! Ik was zeer benieuwd hoe men twee zeer verschillende planten en een boekenheld in één woord bij elkaar had gekregen, maar ik heb de oplossing niet gevonden. Jammer.
Het woord 'pimpernel' schijnt afgeleid te zijn van het Latijnse woord voor peper: piper en als verkleinwoord in het Frans primprenelle. En de aanleiding zou volgens internet zijn dat de zaadjes van peper en van pimpernel op elkaar lijken. Ik durf het niet te ontkennen, maar ik ken peper alleen als praktisch kogelronde balletjes en de kleine pimpernel heeft een soort kleine rugby balletjes (dus een ovaal van opzij gezien) en de grote een druppelvorm met een 'punt' aan één kant.
De pimpernelblauwtjes, de vlinders, hebben natuurlijk ook een Engelse naam: 'Scarce large blue' en 'Dusky large blue' en dat betekent 'schaars groot blauwtje' en 'duister groot blauwtje'. Het is duidelijk dat ze ook daar niet overvloedig aanwezig zijn.

122.Pimpernelblauwtjes op wikke (334K) Twee pimpernelblauwtjes op vogelwikke. Foerageren doen ze ook op andere planten, maar eieren leggen niet.

Jan van Dingenen - 2019

Naschrift
Het artikel dat onder andere over het gentiaanblauwtje gaat staat hier